Ze sprak nooit meer dan vijf woorden. Nooit meer meer dan vijf.
‘Vroeger wel,’ vertelde ze me ooit. ‘Nu niet meer.’
Eigenaardig, vond ik het. Maar ach, ze had nu eenmaal een eigen wil. En een curieuze kijk op de wereld. Ik leerde haar kennen als ‘mevrouw’, maar ze groeide al snel uit tot ‘Thera’: een hartelijke dame met prachtig grijs haar en groene vingers die te pas en te onpas in de aarde wroetten. Ik kan me niet herinneren dat ze ooit niet in haar tuintje bezig was. Thera was iemand die je liever als vriend dan als vijand tegenover je had, maar tegelijkertijd stal ze vele harten. Gewoon, in het voorbijgaan.
Ooit vroeg ik haar of ze niet vele woorden tekortkwam, waarop ze haar hoofd schudde, wat aarde van haar handen veegde, en geamuseerd grinnikte.
‘Vroeger wel,’ zei ze ten slotte. ‘Nu niet meer.’