Langzaam maar zeker zag ik geen hand voor ogen. Alles wat zo duidelijk had geleken, ging nu op in de duisternis. Ik wankelde vooruit, hapte naar adem. Een startende auto, vlak achter mij, en een echo van voetstappen. Ik versnelde mijn pas en keek om me heen. De nacht was opgestaan, de duisternis wakker.